Als je in Drenthe bent, ga je natuurlijk de hunebedden bezoeken. Leuk ook voor de kinderen, al mag je ze niet meer beklimmen. In 2014, toen wij er waren, mocht dat nog wel...
In Drenthe zijn maar liefst 57 hunebedden te vinden. En vlakbij Drenthe in Groningen nog eens 2.
De hunebedden worden aangegeven met een D en een nummer. Bekijk het overzicht van hunebed locaties.
Je zal met kinderen niet alle hunebedden willen bezoeken. Mochten jullie geïnteresseerd zijn, dan is hunebed D49 interessant omdat deze deels in oorspronkelijke staat is teruggebracht.
Maar voor de meeste kinderen zijn de hunebedden slechts een stapel stenen, waar je de leukste activiteit niet meer mag doen...
Het klimmen op de hunebedden mag namelijk niet meer. Het is sinds 2018 verboden, wat met bordjes bij sommige hunebedden wordt aangegeven.
Het verbod is niet ingesteld omdat het eventueel gevaarlijk zou zijn. Het gaat om respect voor onze voorouders.
Hunebedden zijn immers grafmonumenten. En daar dien je met respect mee om te gaan.
Jammer voor de kinderen. Maar dat betekent niet dat er niets meer te beleven is. En dan met name bij hunebed D27, het grootste hunebed van Nederland, waar bovendien het Hunebedcentrum is.
Het Hunebedcentrum is een museum waarin alles verteld wordt over het Trechterbekervolk, de bouwers van de Hunebedden in Drenthe.
Eerst krijgen we een film te zien over het ontstaan van het
landschap, en hoe de grote zwerfkeien in de ijstijd hier terecht kwamen.
Interessant, vooral voor kinderen met interesse in de geschiedenis.
Dan maken we kennis met het Trechterbekervolk, de eerste boeren in Noord-Nederland. We zien hoe ze er ongeveer uitzagen, en er is een maquette van het landschap.
Leuk voor de kids wordt het vooral als ze iets mogen doen: er is een grote zwerfkei die ze met een hefboom mogen proberen te verplaatsen. En er is een replica van een hunebed zoals die er waarschijnlijk ooit uitgezien moet hebben: bedekt met aarde.
We kunnen er naar binnen om te zien hoe het graf waarschijnlijk was ingericht. Verder zijn er veel displays met informatie. Maar de kinderen zijn snel verveeld: ze willen naar buiten.
Buiten wandelen we door de keientuin. Op bordjes bij de verschillende keien staat waar ze vandaan komen. We verwonderen onszelf over de afstanden die ze hebben afgelegd.
Het is sowieso een prachtige tuin om in te wandelen. En er is
ook nog een blote voetenpad die de stoere Zeb en Patrick gaan proberen. Stoer, want sommige stukken zijn best pijnlijk voor de voetjes.
Toen wij er waren stonden er twee
hutten uit de tijd van het TrechterBekerVolk om te ontdekken. Inmiddels is dit flink uitgebreid. Met onder andere een prehistorisch dorp, waar in de zomer oermensen laten zien hoe ze er vroeger leefden.
Al met al is het zeker leuk om de hunebedden te bezoeken. En met een beetje mazzel steken de kinderen er nog wat van op.
(Zie je de knop niet? Log dan in op je Facebook account en/of geef Facebook toestemming om cookies te gebruiken)