Op korte afstand van de Costa Dorada in Spanje liggen de bergen van Prades. Wij bezochten deze regio in de Meivakantie van 2015.
Catalonië ken je natuurlijk van de Costa Brava en van Barcelona.
Maar onder Barcelona vind je de Costa Dorada, en dan iets naar het binnenland de bergen van Prades.
Deze mooie bergketen wordt maar weinig door toeristen bezocht. Ook de Catalanen zelf gaan eerder naar de Pyreneeën dan naar de bergen van Prades. Maar dat is geheel ten onrechte.
Wij vertoeven twee dagen rond het mooie dorp Prades. En vermaken ons daar prima.
Met de Spaanse budgetmaatschappij Vueling arriveren we op de luchthaven van Barcelona. En met een huurauto gaan we verder zuidwaarts langs de kust.
Na 3 kwartier langs de kust gaan we landinwaarts de bergen in. En na weer 3 kwartier komen we langs een mooie route aan in het dorpje Prades.
Na even zoeken vinden we daar de appartementen van Can Llorenç. Aan een leuk binnenplaatsje hebben we een appartement met twee slaapkamers op de bovenverdieping, en een leefruimte met keuken en badkamer beneden.
De eigenaresse komt ons verwelkomen, maar spreekt geen Engels. Met handen en voeten en de beperkte Spaans/Catalaanse woordjes die we kennen maken we elkaar verstaanbaar.
Van de aardige eigenaresse krijgen we uitleg hoe we een mooie wandeling kunnen maken naar de mare de Déu de l’Abellera (ook wel Ermita de l’Abellera genoemd).
We krijgen zelfs de sleutel mee om de poort naar dit mooie kerkje in de bergen open te maken.
De bergen van Prades zijn zeer geschikt voor mooie wandeltochten. De weinige Nederlandse toeristen die hier komen doen ook vaak een wandelvakantie. We komen toevallig zo’n groep tegen in Prades.
De wandeling naar het kerkje is een redelijk gemakkelijke. Het is bijna 2 kilometer met af en toe een kleine klauterpartij over de rotsen.
Als we bij het kerkje komen kijken we onze ogen uit. Het ligt half verscholen onder een rotswand, met prachtig uitzicht over een vallei.
We kunnen niet in het kerkje, maar er wel omheen, door een nauwe gang langs de rotsen. Prima plek voor verstoppertje, en om je moeder te laten schrikken natuurlijk…
Na wat mooie foto’s geschoten te hebben gaan we rustig weer terug naar Prades.
Eenmaal terug gaan we op zoek naar het restaurant waar we gaan eten. We hebben geen haast, want in Spanje eet je natuurlijk niet op Nederlandse tijden. Onze reservering is om 8 uur.
Nog even tijd dus om de nauwe straatjes van Prades te bewonderen. En het centrale plein met de mooie rode kerk. De meeste huizen zijn trouwens met rode bakstenen gemaakt, Prades wordt ook niet voor niets het rode dorp genoemd.
Het plein wordt volop gebruikt door de lokale kinderen om lekker te spelen. Er heerst dus een heerlijke sfeer.
Als het 8 uur is gaan we bij Hotel-Restaurant La Botiga naar binnen. Het is er rustig, en aanvankelijk hebben we zo onze twijfels. Er is ook geen geschreven menu, we krijgen alleen wat suggesties.
Maar het eten blijkt toch erg goed te zijn. Vooral de jongens worden verwend. Eerst een rijstgerecht met ei en tomaat, en daarna met een heerlijk schnitzel met patat. Ook wij hebben lekker gegeten en verlaten tevreden het restaurant.
De volgende morgen vroeg uit de veren, want we gaan klimmen! Met de auto zetten we koers naar Mas de Fortet. Dit is een oude boerderij die ingericht is als groepsaccommodatie.
Lapica trips organiseert hier vanuit diverse leuke activiteiten voor groepen en particulieren in de bergen. Wij ontmoeten hier onze gids Luis, die ons het één en ander laat zien en uitlegt voordat we op pad gaan.
We wandelen vanuit de boerderijen de vallei in, langs de steeds steilere rotswand. Totdat we op een punt komen waar vier kabels naar de overkant gespannen zijn. Dit is de zogenaamde Tibetaanse brug.
Het is de bedoeling om aan de bovenste kabel gezekerd te worden. Vervolgens over de onderste kabel over het ravijn balanceren, met de twee andere kabels voor beide handen om de balans te bewaren. Spannend!!
Hoewel Zeb en Tycho niet de grootste helden zijn, laten ze zich niet kennen. Zeb krijgt als eerste de klimgordel aan. Hij wordt gezekerd en krijgt een helm op. En dan gaat hij, stapje voor stapje over de brug.
Hij is ontzettend stoer en komt tot halverwege het ravijn, waar hij omkeert en terugkomt. Onder luid applaus van ons natuurlijk.
Dan is de beurt aan zijn jongere broertje Tycho, die goed kan klimmen maar wel last heeft van hoogtevrees. Hij gaat echter ook heel dapper over de brug. Hij keert iets eerder om dan Zeb, totdat hij dat hoort en besluit dan nog even verder te gaan. Hij wil natuurlijk niet onderdoen voor zijn broer…
Als laatste gaat papa Patrick over de brug. Hij wil natuurlijk persé de overkant halen, maar dat valt niet helemaal mee. Het tweede deel van de brug heeft namelijk minder verbindingen tussen de kabels. Dat maakt de brug instabiel, zeker als er nog een windje opsteekt. Maar Patrick haalt veilig de overkant, en weer terug. Trots op zichzelf en op zijn zonen.
Nog nauwelijks bekomen van de Tibetaanse brug, brengt Luis ons verder naar beneden naar de volgende activiteit: het rotsklimmen.
Bij een ogenschijnlijk kale rotswand stoppen we. Het is de bedoeling dat je hier met behulp van spleten en uitstekende rotsen je weg naar boven vindt. Onze jongens zijn wel klimmuren gewend met gekleurde grepen, maar dit wordt toch een ander verhaal.
Eerst gaat Luis naar boven, gezekerd door Patrick, om een touw aan te brengen waarmee de andere klimmers gezekerd kunnen worden. En dan is het de beurt aan Zeb, die zijn klimgordel aan het touw haakt om te beginnen.
Hij heeft echter geen idee waar hij zich aan vast moet houden op de rotswand. Het duurt dus wel even voordat hij zijn eerste meter omhoog geklommen heeft. Maar dan heeft hij het in de gaten, en klimt hij steeds verder omhoog. Totdat hij het te lastig vindt en zich naar beneden laat zakken.
Tycho is een heel ander verhaal. Hij is onze klimmer, maar wel met hoogtevrees. Eenmaal aan het touw gaat hij als een razende naar boven.
Hij gaat een beetje te snel, want hij gebruikt ook zijn knieën wat een paar schaafwonden oplevert. Daar klaagt hij echter niet over. Hij gaat gewoon door, totdat hij achterom kijkt. Oei, wat hoog, ik wil terug. En hij laat zich ook abseilend weer zakken.
Als ook papa Patrick geweest is ruimt Luis de klimspullen op, en wandelen we nog even de vallei in, naar het riviertje dat hier stroomt. Van hieruit kun je ook een prachtige wandeling maken naar het dorpje Capafonts. Maar wij zijn met de auto, en klimmen dus weer omhoog.
Na afscheid te hebben genomen van Luis rijden we naar Capafonts. Dit is een prachtig gelegen dorpje, op een heuvel in het midden van de bergen. Er wonen hier maar 50 mensen in de winter, waarvan slechts 3 kinderen. In de zomer leven er zo´n 300 mensen.
Wij hebben een lunchreservering om 13.30 uur bij Hotel-restaurant Davall Plaça. Onze TomTom leidt ons de weg door de nauwe straatjes. Maar voor het laatste stukje besluiten we hem toch achter te laten.
Als we het hotel vinden is de poort op slot. Wel is er een hond om mee te spelen, en na een minuut of 10 komt iemand de poort open doen.
We blijken op een prachtige plek terecht gekomen te zijn. het hotel heeft mooie kamers, en een klein maar mooi zwembad. En het restaurant is stijlvol, met een prachtig uitzicht op de omringende bergen. Een geweldige plek om helemaal tot rust te komen.
Ook de lunch is erg smakelijk. Al had ik het verkeerde gerecht gekozen. We moeten dus nog eens terug zodat ik het goede gerecht kan uitkiezen…
Na de lunch ontmoeten we Mari Carme Granados van La Teva Ruta. Zij organiseert culturele tours in de omgeving, ook voor families. Ze laat ons de bijzondere Middeleeuwse bakkerij van Capafonts zien, en de oude wasplaats. Beiden werden tot ver in de 20e eeuw nog gebruikt.
Daarna rijden we achter haar aan door de bergen naar het verlaten dorp La Mussara. Dit dorp, dat in het midden van de 19e eeuw nog zo´n 325 inwoners had, is sindsdien langzaam maar zeker verlaten. In 1960 is de laatste inwoner, de burgemeester, vertrokken.
De oorzaken voor de leegloop zijn divers. De afgelegen ligging natuurlijk, maar ook het gebrek aan water, de onvruchtbare grond en het klimaat met veel mist. Bovendien werd het dorp vaak geplunderd tijdens de Spaanse burgeroorlog, door mensen die op de vlucht waren en eten nodig hadden.
We parkeren op het parkeerterrein zo´n honderd meter van het dorp, en wandelen er naartoe. We passeren de ruïnes van verschillende huizen, overwoekerd door de natuur.
Bij het centrum van het dorp, voor de kerk, is een grote vijver, aan één kant ommuurd. Deze was vroeger voor het vee, en nu bewoond door vele kikkers. De kerk zelf is deels ingestort, en de toren wordt nu gestut om dat te voorkomen.
Aan de andere kant van het plein klimmen we de rotsen op, waar we een geweldig uitzicht hebben helemaal richting de zee. Zeb en Tycho vermaken zich hier met klauteren en steentjes naar beneden gooien.
Deze, door de mist ook vaak mystieke plek trekt veel bezoekers, en wordt regelmatig gebruikt voor bijeenkomsten van diverse groeperingen.
Wij genieten vooral van het uitzicht en de verhalen van onze gids. Zoals dat van “Steen nummer 6”. Men zegt dat wie daar op gaat staan zal verdwijnen, wat een aantal keren gebeurd schijnt te zijn. We nemen de proef maar niet op de som…
‘s Avonds dineren we bij Camping Prades Park. Deze nette camping ligt net buiten het dorp. Het heeft een mooi nieuw sanitair gebouw, een klein speeltuintje en grote sportvelden.
In het gezellige restaurant krijgen we verschillende typisch Catalaanse Tapas gerechten. Veel daarvan zijn niet aan Zeb en Tycho besteed, maar al met al worden de maagjes goed gevuld.
Onderweg terug naar Prades komen we nog langs El Xalet de Prades (Chalets van Prades). Hier staan leuke landelijke chalets, en er zijn een paar boomhutten in aanbouw. Aan leuke accommodaties ontbreekt het in Prades dus niet!
Al met al zijn we verrast door de prachtige omgeving in de bergen van Prades. Er is hier veel te doen, en ook de rustzoekers komen hier goed aan hun trekken. En dat allemaal op een steenworp afstand van de Costa Dorada in het prachtige Catalonië.
Na deze dagen in de bergen is het tijd voor plezier: we gaan naar het pretpark Port Aventura aan de kust van de Costa Dorada.
(Zie je de knop niet? Log dan in op je Facebook account en/of geef Facebook toestemming om cookies te gebruiken)