Door Patrick van der Meer
Iedere buitenlandse toerist die Nederland bezoekt kent het. Maar heb jij de Zaanse Schans met de kinderen wel eens bezocht? Moet je doen, want het is leuk èn leerzaam!
In Zaandam, boven Amsterdam in Noord-Holland, ligt één van de top-attracties van Nederland. Met een roemruchte geschiedenis.
Rond het jaar 1600 werd de krukas uitgevonden. Een techniek om een horizontale draaibeweging om te zetten in een verticale zaagbeweging. De eerste zaagmolens werden gebouwd, waarmee veel meer houten planken gezaagd konden worden dan voorheen.
En met die planken werden grote schepen gebouwd, de Gouden Eeuw kon beginnen!
De Zaanstreek werd het eerste industriegebied van de wereld, met 900 molens langs de rivier de Zaan. Behalve voor zagen, werden ze ook ingezet voor het malen van tarwe, specerijen, cacao, pigment, enzovoorts.
De Zaanse schans vandaag bestaat uit 10 verschillende Hollandse molens, plus een museumdorp van het Zaandam uit de 19e eeuw. Het is gratis toegankelijk, al moet je wel betalen voor het parkeren en voor de bezichtiging van de molens en musea.
Wij komen met de auto en komen dus bij de betaalde parkeerplaats aan. Parkeren kost normaal € 12,- maar nu in Corona-tijd € 9,-. Best veel, maar daar staat tegenover dat toegang tot de Zaanse Schans gratis is.
Je kan ook met openbaar vervoer komen, of de auto ergens anders parkeren, wat goedkoper is. Maar parkeren hier is wel het makkelijkst.
Bij het parkeerterrein staat ook het Zaans museum. Tycho had al duidelijk gemaakt dat hij niet naar een museum wil, dus dat doen we ook niet. De Verkade Experience (chocola!) die erbij staat spreekt hem wèl aan, maar helaas. Gelukkig komt daar later een alternatief voor...
Na een fotootje bij de entree komen we langs de enige watermolen van de Zaanse Schans. Een kleintje, met een schoeprad om te laten zien hoe molens ook voor het droogmalen van polders gebruikt werden.
Bij dit terrein staat ook kaasmakerij de Catharinehoeve. Of eigenlijk meer kaaswinkel.
Hier is te zien hoe kaas gemaakt wordt. Maar dit is wel heel summier met panelen en displays. Normaal (buiten Coronatijd) is er ook een kleine demonstratie, maar ook die is niet erg uitgebreid. Daarvoor kan je beter naar een echte kaasboerderij.
De winkel is wel erg uitgebreid. Voor onze kaasliefhebber Zeb een feestje, want hij mag alles proeven. Je koopt de kaasjes wel tegen toeristenprijzen...
Dan is het op naar de molens. Eigenlijk is het jammer dat er geen toegangsprijs gevraagd wordt, waarbij je dan een boekje krijgt met uitleg over de molens. Die info is wel online te vinden, maar dat is niet zo handig.
Gelukkig weet ik er zelf wat van om de jongens te kunnen vertellen.
Zo komen we eerst langs een Paltrok molen. Deze moet in zijn geheel naar de wind gedraaid worden, een onderkruier dus.
De zaagmolen is helemaal open aan de achterkant. Maar je moet hem van een afstandje bekijken, hij is niet open voor publiek.
Dat geldt voor de meeste molens. Er zijn er nu maar 2 open, waar je een kaartje voor moet kopen. Normaal zijn er wel een paar meer open, maar niet allemaal.
De Kat is een molen die meestal open is, nu ook. Hier wordt pigment voor verf gemalen, een verfmolen dus. In de molen zie je de grote stenen aan het werk, indrukwekkend!
En je mag ook de trap op naar de galerij, waar je ziet hoe de wieken in de juiste positie gedraaid kunnen worden. Als het rustig is legt de molenaar graag uit hoe dat gaat (kom vroeg!).
Nog indrukwekkender (vinden wij) is molen het Jonge Schaap. Dit is een grote zaagmolen. Hier wordt de complete techniek uitgelegd, leuk voor technisch aangelegde kinderen.
Ook oliemolen de Bonte Hen is leuk, als hij open is. Hier wordt lijnolie uit zaden geperst, weer een andere techniek die leuk is om te zien.
De wandeling over de dijk levert ook mooie plaatjes op. Wie kan er het meeste molens op één foto krijgen? En aan het eind kan je het nieuwe molenmuseum bezoeken, vanaf volgend jaar als hij af is.
Na de wandeling terug (en een lekker drankje en taartje bij molen het Klaverblad!) komen we bij het museumdorpje van de Zaanse Schans. En hier zijn diverse oud-Hollandse winkeltjes.
Favoriet van onze kinderen is het CacaoLab. Met allerlei soorten chocola, en drop, en combinaties daarvan. Er wordt ook regelmatig gedemonstreerd hoe chocola van cacao gemaakt wordt, een feestje om te zien (en proeven).
Ook leuk is het bakkerswinkeltje, met oude lekkernijen en personeel in klederdracht, en het oude kruidenierswinkeltje van Albert Heijn.
Tycho vond ook de demonstratie van tin gieten in het kleine koepelgebouwtje erg leuk. En zo is er voor ieder wel wat leuks te ontdekken.
Langs een mooi dorps polderpaadje wandel je terug naar de parkeerplaats. Maar niet voordat je een kijkje kan nemen bij de traditionele kuiperij, waar ook demonstraties gegeven worden. En waar voor de kinderen een klein speeltuintje is.
En dan kom je nog bij het klompenmuseum. Hier zie je een bijzondere collectie van allerlei klompen, voor allerlei toepassingen. Daar zitten ook heel wonderlijke en grappige klompen bij.
Hier worden ook demonstraties van klompen maken gegeven, maar helaas, we waren niet op het juiste moment. De toegang is trouwens gratis, de kosten worden verdiend door de verkoop van klompen in alle soorten en maten. Ook sloffen in de vorm van klompen bijvoorbeeld.
En dan zijn we rond! Uiteraard kan je nog lekker Hollandse pannenkoeken eten in één van de twee restaurants. Maar omdat Tycho geen gluten mag doen we dat niet. We kopen de eerder van ons gemaakte foto en gaan richting Volendam, wat we ook eens willen bekijken.
Op de Zaanse Schans kan je ook gerust langer zoet zijn. Er is veel wat we niet gezien hebben, zoals bijvoorbeeld het Zaanse museum. Maar het hangt ook van je kinderen af hoe lang ze geïnteresseerd zijn in alle oud-Hollandse bezienswaardigheden.
Hoe dan ook vinden we de Zaanse Schans zeker een leuk uitje voor kinderen. Het kan er wel druk zijn, dus kom in de ochtend. Dan hebben de molenaars en ambachtslieden ook meer tijd voor je.
(Zie je de knop niet? Log dan in op je Facebook account en/of geef Facebook toestemming om cookies te gebruiken)